Informatie over PAS


Wat is placenta accreta spectrum (PAS)?
Tijdens een zwangerschap zorgt de placenta ervoor dat de baby via de navelstreng zuurstof en voedingstoffen van de moeder krijgt. In een normale situatie laat de placenta na de geboorte van de baby los van de baarmoederwand. Bij PAS laat de placenta niet los. Het zit vastgegroeid in de baarmoederwand.
lees meerWat is placenta accreta spectrum (PAS)?
Placenta accreta spectrum (PAS) is een verzamelnaam voor aandoeningen waarbij de placenta abnormaal is vastgegroeid aan de baarmoederwand. De placenta, ook moederkoek genoemd, zorgt ervoor dat de baby tijdens de zwangerschap via de navelstreng zuurstof en voedingstoffen van de moeder krijgt. In een normale situatie laat de placenta na de geboorte van de baby los van de baarmoederwand. Bij PAS laat de placenta niet los, omdat het is ingegroeid in de baarmoederwand. De ernst van PAS verschilt per persoon.
Meestal is de placenta op verschillende manieren ingegroeid in de baarmoederwand:
- tegen de baarmoederspier (placenta accreta)
- in de spier (placenta increta)
- door de baarmoederwand heen (placenta percreta)
PAS is een zeldzame aandoening die met name voorkomt bij vrouwen die eerder een operatie aan de baarmoeder hebben gehad, zoals een keizersnede. Omdat vrouwen steeds vaker bevallen door middel van een keizersnede zie je dat het aantal vrouwen met PAS toeneemt.
-
Het litteken van de eerdere keizersnede zit meestal laag in de voorwand van de baarmoeder, net iets boven de baarmoedermond. Hierdoor is het risico op PAS groter bij vrouwen die eerder een keizersnede hebben gehad en waarbij tijdens een volgende zwangerschap de placenta laag ligt op de voorwand of voor de baarmoedermond (placenta previa).
Daarnaast is het risico groter als je een eerdere operatie of curettage aan de baarmoeder hebt gehad of na een vruchtbaarheidsbehandeling, zoals in-vitrofertilisatie (IVF).
Het is belangrijk om te weten dat de meeste vrouwen met deze risicofactoren geen PAS zullen ontwikkelen. Wel is de kans op PAS iets groter bij deze vrouwen.
-
De meeste vrouwen met PAS hebben geen klachten. Sommige vrouwen hebben last van bloedverlies.
Tijdens de zwangerschap
Onderzoeken en behandelplan
Onderzoeken
PAS wordt meestal ontdekt op een echo tijdens de zwangerschap. Een MRI-scan is nodig om ook andere organen in beeld te brengen, zoals de blaas. Hiermee kunnen we zien of andere organen ook betrokken zijn.
lees meerOnderzoeken
PAS wordt meestal ontdekt op een echo tijdens de zwangerschap. Bij een verhoogd risico op PAS kijkt de zorgverlener extra goed naar de ligging van de placenta en of er signalen zijn die wijzen op PAS.
Lage placenta of placenta previa in combinatie met een eerdere keizersnede
Als je een eerdere keizersnede hebt gehad en je placenta in de huidige zwangerschap laag ligt of voor de baarmoedermond ligt (placenta previa) word je verwezen naar een gynaecoloog met ervaring in echo’s of naar het Radboudumc. Wij zijn gespecialiseerd in PAS. Een gespecialiseerde echoscopist maakt samen met een gespecialiseerde gynaecoloog een echo om te controleren op PAS.
Als er tekenen van PAS worden gezien, krijg je extra echo’s om de placenta goed in de gaten te houden. Vaak zijn de eerste signalen zichtbaar op de 20-weken-echo, maar soms worden ze pas rond de 28e week van de zwangerschap duidelijk. Soms is het al vroeg in de zwangerschap (vanaf 7 weken zwangerschapsduur) zichtbaar dat de zwangerschap zich in het litteken van een eerdere keizersnede heeft genesteld. Dit is ook een reden om naar een specialistisch ziekenhuis te verwijzen.
Een echo is de beste manier om de placenta te beoordelen. Daarnaast maken we een MRI-scan als aanvulling en om andere organen in beeld te brengen, zoals de blaas. Het PAS-team gebruikt zowel de beelden van de echo als de MRI om te bepalen of (en hoe uitgebreid) de placenta in de baarmoederwand is gegroeid.
Afspraken in het ziekenhuis
In het ziekenhuis krijg je extra uitleg en hoor je wat PAS voor jou en je baby betekent tijdens de zwangerschap en bevalling. We houden de gezondheid van jou en de baby goed in de gaten.
lees meerAfspraken in het ziekenhuis
Als je PAS hebt kom je onder controle van het PAS-team. Je gaat niet meer voor controle en begeleiding naar de verloskundige praktijk bij jou in de buurt. In het ziekenhuis krijg je extra uitleg en hoor je wat PAS voor jou en je baby betekent tijdens de zwangerschap en bevalling. Ook krijg je meer controles en onderzoeken dan bij een normale zwangerschap.
Extra ondersteuning
Jij en je partner mogen altijd vragen stellen. Het ziekenhuis zorgt ervoor dat jullie goed weten wat er gaat gebeuren, zodat jullie je zo goed mogelijk kunnen voorbereiden.
Tijdens de gesprekken vragen we ook hoe je je voelt. Vind je het spannend dat je PAS hebt? Praat daar dan over met de gynaecoloog, verpleegkundige of maatschappelijk werker. Zij luisteren naar je zorgen en kunnen je helpen met tips of extra ondersteuning.
Ook wordt besproken wie jullie allemaal tegenkomen in het ziekenhuis, zoals de kinderarts, anesthesioloog, verloskundigen en echoscopisten.
Natuurlijk mag jouw eventuele partner bij de afspraken zijn, maar je mag ook nog iemand anders die belangrijk voor jullie is, meenemen naar de gesprekken. Zo sta jij (en je partner) er niet alleen voor. Het belangrijkste is dat jullie je gehoord voelen en weten dat je altijd om hulp of extra uitleg kunt vragen.
Behandelplan op maat
Bij vrouwen met PAS is altijd een operatie nodig waarbij het kind eerst via een keizersnede geboren wordt. Daarna wordt de placenta verwijderd. Samen met jou maken we een behandelplan.
lees meerAfspraak met de anesthesioloog
Voor de operatie heb je een afspraak met de anesthesioloog. De anesthesioloog geeft uitleg over de verschillende manieren van pijnstilling tijdens de ingreep.
lees meerAfspraak met de anesthesioloog
Voor de operatie heb je een afspraak met de anesthesioloog. De anesthesioloog geeft uitleg over de verschillende manieren van pijnstilling tijdens de ingreep.
Je kunt een ruggenprik (spinaal en epiduraal) krijgen of algehele anesthesie. Meestal krijg je voor de keizersnede een ruggenprik, zodat je de geboorte bewust kunt meemaken. Na de geboorte van je kind wordt vaak algehele narcose gegeven voor de operatie. Soms is het mogelijk om de keizersnede en operatie alleen onder verdoving van een een ruggenprik te doen.
Bij complicaties of bij een spoedsituatie wordt er gekozen voor algehele anesthesie.
Een te vroeg geboren kindje
De keizersnede vindt meestal plaats tussen de 34 en 36 weken zwangerschap. De baby is dan iets te vroeg geboren. Het kan zijn dat je een longrijpingsprik krijgt. Deze prikt zorgt ervoor dat de longen van de baby sneller rijpen, zodat hij of zij na de geboorte zelf kan ademen.
lees meerEen te vroeg geboren kindje
Bij vrouwen met PAS wordt de baby vaak eerder geboren. Meestal tussen de 34 en 36 weken is de keizersnede. Dit is nodig om gevaarlijke situaties voor moeder en kind te voorkomen, zoals veel bloedverlies bij de bevalling.
Een baby die te vroeg wordt geboren, noemen we een prematuur. Deze baby’s zijn nog niet helemaal klaar voor het leven buiten de buik en hebben vaak extra zorg nodig. Ze kunnen moeite hebben met ademen, zichzelf warm houden of drinken. Vroeggeboorte kan gevolgen hebben voor de gezondheid en ontwikkeling van een baby, zowel op korte als lange termijn. Daarom brengen we de baby meestal na de geboorte naar de High care of Neonatale Intensive Care Unit.
Longrijpingsinjectie
Als er een kans is dat je baby te vroeg geboren wordt , krijg je mogelijk een longrijpingsprik. Deze prik helpt de longetjes van je baby sneller te rijpen, zodat hij of zij beter zelfstandig kan ademen na de geboorte.
Mogelijke opname
Opname op de verpleegafdeling
Soms is het nodig dat je nog voor de bevalling opgenomen wordt op de verpleegafdeling Verloskunde. Dit gebeurt bijvoorbeeld als je bloed verliest of pijn hebt of als er risico is op vroeggeboorte of complicaties.
meer over de verpleegafdelingWat neem je mee?
Denk aan:
- makkelijk zittende kleding
- toiletspullen
- telefoon/tablet/laptop en opladers
- Boeken of iets om te ontspannen
- dingen waardoor jij je op je gemak voelt en je het zo huiselijk mogelijk kunt maken

Huiskamers
Er zijn 5 Ronald McDonald Huiskamers in het Amalia kinderziekenhuis. Dit zijn speciaal ingerichte ruimtes met een huiselijke sfeer waar zieke kinderen, zwangeren, ouders, broertjes en zusjes naartoe kunnen om even weg te zijn uit de ziekenhuisomgeving.
lees meerHuiskamers
Er zijn 5 Ronald McDonald Huiskamers in het Amalia kinderziekenhuis. Er is een centrale Huiskamer (de Kiezel). Je vindt deze huiskamer op route 810, vlakbij de verpleegafdelingen op de tweede verdieping. Deze Huiskamer is rond en verdeeld over 3 verdiepingen. Van buiten lijkt het op een kiezelsteen. Vandaar de bijnaam de Kiezel. Daarnaast zijn er nog 4 Huiskamers: op de Neonatologie, Verloskunde en 2 op de Kinder Intensive Care.
De Huiskamers hebben een huiselijke sfeer waar zieke kinderen, zwangeren, ouders, broertjes en zusjes naartoe kunnen om even weg te zijn uit de ziekenhuisomgeving. Er is een magnetron, koelkast, koffieautomaat en gratis WiFi. Het is een huiselijke plek in het ziekenhuis om even tot rust te komen. Ook tijdens een operatie of behandeling van uw kind is de Huiskamer een fijn plek om te wachten. U kunt er werken, spelen met uw kind of gewoon even op de bank hangen. U kunt ook visite ontvangen in de Huiskamers en er zijn bordspellen die u kunt spelen.
Openingstijden
De centrale huiskamer (de Kiezel) is van maandag tot en met vrijdag geopend van 08.00 tot 20.00 uur en in het weekend van 12.00 tot 20.00 uur. Bij de andere huiskamers kunt u altijd terecht. Deze zijn 24 uur per dag geopend.
Informatie voor jouw partner
Informatie voor jouw partner
Als je partner wordt opgenomen of geopereerd vanwege Placenta Accreta Spectrum (PAS), komt er veel op jullie af. Hier vind je praktische tips en informatie die je kunnen helpen.
lees meerInformatie voor jouw partner
Tijdens de operatie
- De operatie kan lang duren (gemiddeld 2-4 uur). Neem iets mee om de tijd door te komen, zoals een boek of iets te eten en drinken.
- Neem ook een familielid of vriend mee, zodat je er niet alleen voor staat.
- Je mag altijd aankloppen bij de verpleegkundige als je vragen hebt over hoe de operatie verloopt. Zij kunnen met de operatiekamer contact opnemen voor informatie. De operateur probeert regelmatig een update te geven.
- Zodra de baby is geboren, mag je (als het goed gaat) met de baby mee naar de NICU.
Thuis: huishouden en regelen
- Tijdens de opname en het herstel na de bevalling kan je partner weinig zelf doen. Maak vooraf een draaiboekje van de taken die overgenomen moeten worden. Denk aan koken, schoonmaken, kinderen verzorgen, boodschappen en meer.
- Accepteer en vraag hulp aan familie, vrienden of buren. Veel mensen willen graag iets doen, maar weten niet altijd hoe ze kunnen helpen.
Overnachten in het ziekenhuis
In overleg is het vaak mogelijk dat je na de geboorte blijft slapen bij je partner in het ziekenhuis, zeker als de situatie dat toelaat. Jouw rol als partner is heel belangrijk. Vergeet daarbij ook niet om goed voor jezelf te zorgen.
Dag van de geboorte
Geboorte van de baby
Op de operatiekamer
Bij de operatie is een groot team aanwezig om voor jou en je baby te zorgen.
lees meerOp de operatiekamer
Bij de operatie is een groot team aanwezig om voor jou en je baby te zorgen. Denk aan:
- Minimaal 2 gynaecologen
- Anesthesist
- Anesthesie medewerkers
- Kinderarts/neonatoloog
- Operatieassistenten
- Eventueel een uroloog
Wat gebeurt er op de operatiekamer?
- Je wordt klaargemaakt voor de operatie en aangesloten op bewakingsapparatuur
- Er vindt een check plaatst met het hele team door middel van een checklist
- Je krijgt 2 infusen en 1 buisje in de slagader van je pols
- Je krijgt ruggenprik of je wordt onder algehele anesthesie (narcose) gebracht. Dit is al eerder met je besproken
- Je ligt op je rug met je benen in beensteunen, zodat we het bloedverlies goed kunnen controleren
- De gynaecologen voeren de operatie uit.
- Als je voor de operatie een ruggenprik hebt gehad, kan je de baby zien. Als het goed gaat kun je huid op huid contact met de baby hebben.
- Jouw partner gaat vervolgens mee met de babay naar de afdeling Neonatologie.
- Daarna word je meestal onder algehele anesthesie gebracht.
- Na de geboorte van het kind bekijkt de gynaecoloog de placenta en controleert of er extra maatregelen nodig zijn, zoals een baarmoederverwijdering.
Geboorte via een keizersnede
De operatie bestaat uit twee delen en vindt enkele weken voor de uitgerekende datum plaats. In het eerste gedeelte wordt de baby geboren via een keizersnede. Jouw partner is erbij tijdens de keizersnede.
lees meerGeboorte via een keizersnede
De operatie bestaat uit twee delen en vindt enkele weken voor de uitgerekende datum plaats.
In het eerste gedeelte wordt de baby geboren via een keizersnede. Dit gebeurt via een verticale snede of horizontale snede. De verticale snede loopt van je schaambot tot boven je navel. De horizontale snede wordt laag op de buik gemaakt tussen de heupen. Jouw partner is erbij tijdens de keizersnede.

De baby is geboren
Als het goed gaat kun je huid op huid contact hebben met de baby. Daarna wordt de baby nagekeken door een kinderarts en brengen we de baby naar de Neonatale Intensive Care Unit (NICU). Jouw partner blijft bij de baby en wordt op de hoogte gehouden van het vervolg van de operatie.
Verwijdering van de placenta
Operatie
Nadat de baby geboren is, wordt de placenta verwijderd. Al ruim voor de operatie bespreekt de arts met jou de mogelijkheden.
-
Bij een milde vorm van PAS blijft de baarmoeder zitten. Dit noemen we een baarmoederbesparende operatie. Dit is alleen mogelijk bij vrouwen bij wie dat veilig kan. Het PAS-team beoordeelt dit aan de hand van de echo en MRI.
Soms blijkt pas tijdens de operatie dat de placenta minder diep vastzit dan gedacht. Ook dan kunnen we besluiten om de baarmoeder toch te laten zitten. De artsen voeren dan een myometriumresectie uit. Dat betekent dat ze alleen het stukje baarmoeder weghalen waar de placenta vastzit. Daarna wordt de baarmoeder gehecht. Bij deze operatie kan je meer bloed verliezen. Het herstel is meestal wat langer dan bij een gewone keizersnede en is afhankelijk van hoeveel bloed je verliest tijdens en na de operatie.
-
Soms is het nodig om de hele baarmoeder met de placenta te verwijderen. Dit heet een hysterectomie. Na de geboorte van de baby word je meestal onder algehele anesthesie gebracht voor de verwijdering van de baarmoeder en placenta. Dit kan vooraf gepland zijn, vooral als er op de beelden te zien is dat de placenta diep en ernstig is ingegroeid. Soms wordt het pas bepaald na de geboorte van de baby, bijvoorbeeld als er veel bloedverlies is of als blijkt dat de placenta toch dieper zit dan gedacht. Het herstel is afhankelijk van hoeveel bloed je verliest tijdens en na de operatie. Het herstel duur langer dan een bij alleen een keizersnede.
Eileiders verwijderen
Als de baarmoeder wordt verwijderd, halen artsen meestal ook de eileiders weg. Dat verkleint de kans op eierstokkanker later in het leven. Dit wordt vooraf met je besproken. De eierstokken verwijderen we niet, zodat je nog steeds vrouwelijke hormonen aanmaakt en je nog niet in de overgang komt.
Ureter catheters
Als het om uitgebreide PAS gaat, dan kan het zijn dat je voor de operatie urether catheters krijgt. Dit zijn buisjes die de uroloog via je blaas in de urinewegen plaatst. De urinewegen lopen vlak langs de baarmoeder. Hierdoor kunnen de operateurs makkelijk deze urinewegen voelen en veilig de baarmoeder verwijderen zonder de urinewegen te beschadigen. Deze buisjes worden vlak voor de start van de keizersnede geplaatst. Na de operatie worden deze buisjes weer verwijderd.
-
Bloedverlies
Bloedverlies tijdens de operatie bij vrouwen met een PAS komt vaak voor. Een groot deel van de vrouwen verliest meer dan 1 liter bloed. De operatie is bedoeld om het bloedverlies te beperken en op te lossen.
Mocht het nodig zijn, dan is het OK-team voorbereid op snelle transfusie. Met een transfusie bedoelen we toediening van bloed of bloedproducten. Hiervoor zijn meerdere infusen nodig. De anesthesist plaatst de infusen voor de start van de operatie. Bijna altijd wordt een cellsaver gebruikt. Dit is een apparaat dat jouw eigen bloed opvangt, zuivert en het bloed vervolgens direct teruggeeft aan jouw lichaam. Hierdoor is minder donorbloed nodig. Bij veel bloedverlies kan het zijn dat je na de operatie tijdelijk wordt opgenomen op de Intensive Care.
Gevolgen baarmoederverwijdering
Soms is de placenta in een groot deel van de baarmoeder ingegroeid en kan het niet veilig worden verwijderd. Dan besluit het team om de baarmoeder te verwijderen (hysterectomie). Dit is nodig om ernstig bloedverlies te voorkomen voor jouw eigen veiligheid.
Gevolgen van een baarmoederverwijdering:
- Je kunt geen kinderen meer krijgen
- Je menstruatie stopt (je komt niet in de overgang om je eierstokken niet verwijderen worden)
- Het kan emotioneel zwaar zijn, hiervoor kun je begeleiding krijgen
- Een uitstrijkje voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker is meestal niet meer nodig.Schade aan de blaas
Bij PAS kan de placenta heel dicht op blaas zitten. Er is dan een risico op beschadiging van de blaas. De beschadigingen worden meestal gehecht. Je krijgt dan een katheter voor een langere tijd (2 weken). Als de blaas erg beschadigd is, wordt de uroloog gevraagd om de blaas te herstellen.
Na de geboorte
Zorg voor moeder
Direct na de operatie
Tijdens de operatie krijg je een urinekatheter in je blaas, deze blijft zitten tot je zelf veilig naar de wc kunt lopen. Ook krijg je bloedverdunners om trombose te voorkomen.
lees meerDirect na de operatie
Infusen en bewaking
Na de operatie komt je op de ‘obstetric high care’. Dit is een kamer op de afdeling Verloskunde waar je extra in de gaten wordt gehouden. Er zullen nog slangetjes en monitors aan je vastzitten. Deze zorgen voor extra vocht, medicijnen en controle van je toestand. Zodra je weer goed kunt lopen en normaal kunt eten en drinken, worden deze weggehaald.
Bij je kind zijn
Zodra het verantwoord is, brengen we je zo snel mogelijk naar je baby brengen, of we brengen de baby naar jou. Je mag zo vaak als je wil bij je kind zijn, maar het is ook belangrijk om te rusten.
Urinekatheter
Tijdens de operatie wordt er een katheter in je blaas geplaatst. Dit is een dun slangetje dat ervoor zorgt dat je urine wordt afgevoerd. De katheter blijft zitten tot je weer veilig zelf naar het toilet kunt lopen. Dit is meestal op de tweede of derde dag na de operatie.
Steunkousen en bloedverdunners
Om te voorkomen dat er bloedstolsels in je benen ontstaan (trombose), krijg je iedere dag bloedverdunners via een prik. De meeste vrouwen moeten deze prikken een paar weken gebruiken. Zodra het veilig is, is het goed om meer te gaan bewegen (bijvoorbeeld uit bed komen en lopen). Dit helpt ook om trombose te voorkomen.
Bloedcontrole
De dag na de operatie wordt vaak je bloed gecontroleerd, bijvoorbeeld om te kijken of je genoeg ijzer in je bloed hebt.
Eten en drinken
De meeste vrouwen mogen al snel na de operatie weer eten en drinken.
Pijnstilling
Je krijgt pijnstilling via tabletjes of via een infuus. Vaak zit er ook een epiduraalkatheter in je rug (ruggenprik). Hiermee kan het anesthesieteam pijnstilling geven voor de eerste uren of dagen na de operatie.
Herstel na de operatie
Het herstel na een bevalling met PAS kan lichamelijk en emotioneel zwaarder zijn dan bij een normale bevalling of keizersnede. Je hebt een intensieve operatie gehad, soms met complicaties of een baarmoederverwijdering.
lees meerHerstel na de operatie
Het herstel na een bevalling met PAS kan lichamelijk en emotioneel zwaarder zijn dan bij een normale bevalling of keizersnede. Je hebt een intensieve operatie gehad, soms met complicaties of een baarmoederverwijdering.
Reken op:
- Lichamelijk herstel van de buikoperatie (6–12 weken)
- Mogelijk langer ziekenhuisverblijf
- Bij ernstige complicaties of hevig bloedverlies kan het zijn dat je wakker wordt op de Intensive Care. De kans hierop is klein
- Emotioneel verwerken van alles wat gebeurd is. Een PAS-bevalling kan een traumatische ervaring zijn. Sommige vrouwen voelen zich verdrietig of overvallen door hoe alles is gegaan. Je kunt last hebben van angst of herbelevingen (zoals bij een trauma). Praat hierover met je omgeving, huisarts maatschappelijk werk of gynaecoloog.
Het is belangrijk dat je rust neemt, hulp vraagt en je grenzen aangeeft.
Naar huis of overplaatsing
De meeste vrouwen blijven gemiddeld 5 dagen in het ziekenhuis. Als er complicaties zijn of je lichaam heeft meer tijd nodig om te herstellen, dan kan het langer duren. Als jouw toestand stabiel is, kan het zijn dat je wordt overgeplaatst naar een ziekenhuis dichter bij huis, samen met je kindje.
Ervaringen van anderen
Er is een Facebookgroep voor lotgenoten. Lotgenotencontact kan helpen bij de verwerking.
naar FacebookNacontrole
Na ontslag kom je na 6 weken en na 3 maanden op controle op de polikliniek. We kijken hoe het met je gaat en hoe jij en je partner zich voelen Als het nodig is kunnen we extra begeleiding voor jullie aanvragen bij jullie huisarts.
Zorg voor de baby
Te vroeg geboren
Te vroeg geboren baby's zijn nog niet helemaal klaar voor het leven buiten de buik. Ze kunnen moeite hebben met ademen, zichzelf warm houden of drinken. Vroeggeboorte kan gevolgen hebben voor de gezondheid en ontwikkeling van een baby, zowel op korte als lange termijn.
Borstvoeding
Voor te vroeg geboren baby’s is het extra belangrijk dat ze moedermelk krijgen. De moedermelk van een moeder die vroeg bevalt, bevat precies de juiste voedingsstoffen en afweerstoffen die de baby nodig heeft om zich goed te ontwikkelen en beter beschermd te zijn tegen infecties. Een lactatiekundige kan je helpen bij de borstvoeding.
naar borstvoeding.comRonald McDonald Huis
Het kan zijn dat jij al naar huis mag, maar dat je kindje extra zorg nodig heeft en in het ziekenhuis moet blijven. Om dichtbij je kind te kunnen zijn, kun je op loopafstand van het ziekenhuis overnachten in het Ronald McDonald Huis Nijmegen
meer informatieMeer informatie
Meer informatie
Veelgestelde vragen
Vraag & antwoord
tekst volgt
-
Nee, placenta praevia en PAS zijn verschillende aandoeningen. Bij placenta praevia ligt de placenta laag in de baarmoeder en bedekt (gedeeltelijk) de baarmoedermond, maar hecht zich normaal aan de baarmoederwand. Bij PAS groeit de placenta abnormaal diep in de baarmoederwand. Wel komt het vaak voor dat vrouwen met PAS ook placenta praevia hebben.
-
Niet altijd. Hoewel PAS vaak tijdens de zwangerschap wordt ontdekt via echografie of MRI, kan het ook pas tijdens de bevalling of na de geboorte worden ontdekt, bijvoorbeeld als de placenta niet vanzelf loskomt.
-
Na de diagnose wordt meestal een geplande keizersnede tussen 34 en 36 weken zwangerschap aanbevolen. In sommige gevallen kan een eerdere bevalling nodig zijn. Ongeveer 80% van de vrouwen heeft een geplande bevalling; bij 20% is een spoedbevalling nodig vanwege bloedingen of vroegtijdige weeën.
-
Er is geen bewijs dat bedrust noodzakelijk is bij PAS. Het kan zijn dat je het advies krijgt om bepaalde activiteiten niet te doen, maar dan bespreken we dat met je. Seks wordt meestal afgeraden, omdat dit bloedingen kan veroorzaken.
-
De meeste vrouwen krijgen een ruggenprik (spinale of epidurale anesthesie), waardoor ze wakker zijn tijdens de geboorte. In sommige gevallen is algehele narcose nodig, bijvoorbeeld bij complicaties of een geplande baarmoederverwijdering (hysterectomie).
-
Voorafgaand aan de operatie worden verschillende voorbereidingen getroffen:
- Arteriële lijn: voor continue bloeddrukmeting.
- Centrale lijn: voor toediening van medicijnen en bloedafnames.
- Urinekatheter: om de blaas leeg te houden tijdens de operatie.
-
Bij PAS kan de placenta zo diep ingegroeid zijn, dat het het veiligste is om de baarmoeder volledig te verwijderen om levensbedreigend bloedverlies te voorkomen. Dit wordt meestal vooraf besproken en gepland.
-
Meestal blijven de eierstokken behouden. Alleen als er complicaties zijn, kan verwijdering nodig zijn.
-
Na de operatie verblijf je enkele dagen op de intensive care of kraamafdeling. Je krijgt pijnstilling en begeleiding bij het herstel. Soms is extra zorg nodig, afhankelijk van het verloop van de operatie.
-
Ja, als mits je je goed voelt en er geen medische bezwaren zijn dan is het mogelijk om borstvoeding te geven. Bespreek dit met je zorgteam.
-
Het herstel varieert per persoon, maar gemiddeld duurt het 6 tot 8 weken voordat je je dagelijkse activiteiten weer kunt oppakken. Luister naar je lichaam en overleg met je arts over het hervatten van werkzaamheden en andere activiteiten.
-
Soms wel, vooral als de baby vroeg geboren wordt. In dat geval kan opname op de afdeling Neonatologie nodig zijn voor extra ondersteuning en monitoring.